Reddingsboeien volgens SOLAS: eisen in één oogopslag
Het SOLAS-verdrag (Safety of Life at Sea) bepaalt de internationale normen voor de veiligheid van mensen aan boord van schepen. De officiële naam van het verdrag is "International Convention for the Safety of Life at Sea, 1974" of "Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974".
Het SOLAS-verdrag stelt de volgende eisen aan reddingsboeien in de internationale scheepvaart:
De SOLAS reddingsboei moet van massief kurk of een ander gelijkwaardig materiaal zijn. Verder moet de reddingsboei 24 uur lang in zoet water ten minste 14,5 kg ijzer kunnen dragen.
De SOLAS-reddingsboei mag niet worden aangetast door olie en moet een duidelijk zichtbare kleur hebben, zoals oranje.
De reddingsboei moet in blokletters gemerkt zijn met de naam en haven van registratie van het schip.
Reddingsboeien gevuld met losse korrelige materialen zijn niet toegestaan.
De SOLAS reddingsboei moet zowel in zeewater als bij temperatuurschommelingen zijn drijfvermogen en duurzaamheid behouden.
Volgens het SOLAS-verdrag moeten reddingsboeien grijplijnen hebben. Ten minste één SOLAS reddingsboei aan elke zijde van het schip moet zijn uitgerust met een reddingsboeilicht.
Ten minste twee van deze reddingsboeien met licht moeten zijn uitgerust met een zelfactiverend rooksignaal om het MOB-manoeuvre uit te voeren.
De SOLAS reddingsboeien op een schip moeten gemakkelijk bereikbaar zijn voor de opvarenden. Ook mogen ze op geen enkele manier permanent zijn vastgemaakt, zodat ze snel kunnen worden losgegooid.
Een SOLAS reddingsboei moet de volgende afmetingen hebben:
- De binnendiameter van de reddingsboei mag niet kleiner zijn dan 400 mm en de buitendiameter niet groter dan 800 mm.
- Het gewicht van de reddingsboei mag niet minder zijn dan 2,5 kg.
- Het gewicht van de man overboord MOB reddingsboei mag niet minder zijn dan 4 kg.
- De diameter van de grijplijn mag niet kleiner zijn dan 9,5 mm. De lengte moet minstens 4 keer de buitendiameter van de reddingsboei zijn en op vier gelijkmatig verspreide punten worden vastgemaakt.
Het aantal reddingsboeien dat nodig is hangt af van de lengte van het schip, en wel als volgt:
Vrachtschepen:
- Scheepslengte minder dan 100 meter: 8 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 100 meter: 10 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 150 meter: 12 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 200 meter: 14 reddingsboeien
Passagiersschepen:
- Scheepslengte minder dan 60 meter: 8 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 60 meter maar minder dan 120 meter: 12 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 120 meter maar minder dan 180 meter: 18 reddingsboeien
- Scheepslengte groter dan 180 meter maar kleiner dan 240 meter: 24 reddingsboeien
- Scheepslengte meer dan 240 meter: 30 reddingsboeien
